SV | En de koning Salomo zond heen, en zij deden hem afgaan van het altaar; en hij kwam, en boog zich neder voor den koning Salomo. En Salomo zeide tot hem: Ga heen naar uw huis. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֞ח הַמֶּ֣לֶךְ שְׁלֹמֹ֗ה וַיֹּרִדֻ֙הוּ֙ מֵעַ֣ל הַמִּזְבֵּ֔חַ וַיָּבֹ֕א וַיִּשְׁתַּ֖חוּ לַמֶּ֣לֶךְ שְׁלֹמֹ֑ה וַיֹּֽאמֶר־לֹ֥ו שְׁלֹמֹ֖ה לֵ֥ךְ לְבֵיתֶֽךָ׃ פ |
Trans. | wayyišəlaḥ hammeleḵə šəlōmōh wayyōriḏuhû mē‘al hammizəbēḥa wayyāḇō’ wayyišətaḥû lammeleḵə šəlōmōh wayyō’mer-lwō šəlōmōh lēḵə ləḇêṯeḵā: |
En de koning Salomo zond heen, en zij deden hem afgaan van het altaar; en hij kwam, en boog zich neder voor den koning Salomo. En Salomo zeide tot hem: Ga heen naar uw huis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de koning Salomo zond heen, en zij deden hem afgaan van het altaar; en hij kwam, en boog zich neder voor den koning Salomo. En Salomo zeide tot hem: Ga heen naar uw huis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!